Visie op leerlingenbegeleiding

Kwaliteitsvolle leerlingenbegeleiding bevordert de totale ontwikkeling van alle leerlingen, verhoogt hun welbevinden, voorkomt vroegtijdig schoolverlaten en creëert meer gelijke onderwijskansen. Op die manier draagt het bij tot het functioneren van de leerling in de schoolse én maatschappelijke context.

Organisatie van de leerlingenbegeleiding: 

Alle leerlingen hebben recht op goed onderwijs in een veilige en zorgzame leeromgeving. Dit veronderstelt duidelijke afspraken op school- en klasniveau die consequent worden toegepast en transparante communicatie met het schoolteam, ouders en leerling.

Om een beleid op leerlingenbegeleiding te realiseren zet onze school actief in op:

De spilfiguren in de coördinatie van de zorg zijn de zorgcoördinatoren. Zij zorgen voor het opzetten van begeleiding en leerlingvolgsystemen, het organiseren van overleg en schoolinterne vormingen, het coördineren van zorgvragen, het uitwerken van duidelijke procedures, het onderhoud van contacten, het organiseren van samenwerking met externe diensten, …

Ons beleid op leerlingenbegeleiding is afgestemd op het pedagogisch project en de visie van de school.

Pedagogisch project en schoolvisie

Het pedagogisch project van de school sluit aan bij het gemeenschappelijk pedagogisch project van het officieel gesubsidieerd onderwijs van steden en gemeenten en wordt concreet vertaald in een gedragen schoolvisie. Onze school staat voor toekomstgericht onderwijs dat samenhangend en duurzaam is, we geven leerlingen een stevige basis aan kennis, attitudes en vaardigheden die ze nodig hebben om actief en verantwoord deel te nemen aan de sterk veranderende maatschappij.

Om dit te realiseren liggen zowel een hoge betrokkenheid als een sterk welbevinden aan de basis. De leerling eigenaarschap geven over zijn eigen leerproces bevordert dit.  Daarom begeleiden we leerlingen in hun keuzeprocessen en stimuleren we hen om te durven kiezen. We coachen, begeleiden de leerlingen naar hun doel(en) en geven hen daarbij steeds meer zelfsturing.  We geloven eveneens dat  persoonlijke aandacht voor elk kind en onderwijs op maat van het kind in een rijke context bijdraagt aan het welbevinden en de betrokkenheid.  Daarom engageren we ons om zo veel mogelijk binnen de leefwereld en de ontwikkelingsfase van de leerlingen uitdagende en motiverende leersituaties te creëren.  Hierbij hebben we oog voor het talent van elk kind. We dagen leerlingen uit om samen met de leerkrachten en hun medeleerlingen hun talent(en) te ontdekken, herkennen, erkennen en ontwikkelen.

Deze visie komt tot zijn recht in onze SMART-werking die steunt op 5 pijlers: 

Onze werking is opgebouwd vanuit het zorgcontinuüm en een gedragen visie op zorg/leerlingenbegeleiding en optimale onderwijskansen.

Brede basiszorg en zorgzaam handelen in de klas

Goed onderwijs aan alle leerlingen staat centraal!

Elke klas bestaat uit een diverse groep waarin elke leerling zijn achtergrond heeft en zijn eigen sterktes, behoeftes en interesses meebrengt. De leerkracht aanvaardt de verschillen tussen leerlingen en gaat er constructief mee om. De sterke kanten en competenties van leerlingen worden benoemd en benut. Gebruik maken van de verscheidenheid van de klasgroep biedt heel wat leerkansen.

Er is een veilig pedagogisch klimaat met aandacht voor een positief zelfbeeld, welbevinden en betrokkenheid van de leerlingen. Via tal van activiteiten wordt gewerkt aan verbondenheid, een positieve en warme sfeer waarin leerlingen zich kunnen ontwikkelen. De leerkrachten creëren kansen voor hun leerlingen om naar elkaar te luisteren, hun mening te leren verwoorden en elkaar te respecteren.

De leerkracht creëert een leeromgeving  die elke leerling in zijn leerproces ondersteunt: zorgen voor een rijk en gedifferentieerd leerklimaat, betekenisvol leren, voortbouwen op de aanwezige kennis, interactieve en coöperatieve werkvormen gebruiken, gebruik maken van duidelijke instructie en waar nodig verlengde instructie, ruimte maken voor zelfsturing en reflectie, …

Er zijn duidelijke afspraken en regels, deze worden consequent nageleefd  via gerichte feedback. Actief bekrachtigen van het gewenste gedrag staat centraal. Bij het begin van het schooljaar worden de leerlingen actief betrokken bij het opstellen van de afspraken in de klas en voor de gemeenschappelijke ruimtes.

De leerlingen worden systematisch opgevolgd. Snelle signalering en tijdige ondersteuning voorkomen dat eventuele problemen zich opstapelen.

Voor elke leerling heeft de school een leerlingendossier. Het centraliseert  alle relevante leerlingengegevens: doelgerichte observatie, al of niet methodegebonden toetsen, ouder- en leerlingencontacten, leerkrachtenoverleg, beschrijving van positieve aspecten en competenties, interventies en evaluaties, externe verslaggeving, …

Leerkrachten, zorgteam en directie kunnen het dossier raadplegen en aanvullen volgens afspraak en rekening houdend met hun ambtsgeheim.

Het zorgbeleid van de school richt zich niet alleen op het voorkomen van problemen, maar ook op het tijdig signaleren ervan om passende ondersteuning te bieden.

Verhoogde zorg

Bij bepaalde problemen (vb. moeilijkheden met lezen, snel afgeleid zijn, …) zoekt het zorgteam samen met de betreffende leerkracht(en) naar een gerichte aanpak voor deze leerlingen. Die hulp is erop gericht dat de leerlingen blijven aansluiten bij de gewone leerstof en de klasgroep. De school  voorziet dan extra zorg onder de vorm van individuele leerhulp, remediërende, compenserende of dispenserende maatregelen. De ouders (en de leerling) worden vanaf dit moment steeds geïnformeerd en actief betrokken.

Uitbreiding van zorg

Wanneer het kind toch vastloopt  of negatief evolueert, vraagt het zorgteam van de school  toestemming aan de ouders om de hulp van het CLB in te schakelen. Het CLB-team gaat na wat de leerling nodig heeft om te leren en werkt hiervoor samen met de leerling, zijn ouders en de school. De ouders kunnen ook rechtstreeks aankloppen bij het CLB. Het CLB-team bekijkt dan met de ouders welke zorg nodig is.

Op het einde van de onderzoeksfase nodigt het CLB-team  de ouders en het schoolteam uit voor een adviesgesprek. In dit gesprek wordt besproken wat de leerling nodig heeft om de leerdoelen te bereiken en welke aanpassingen nodig zijn om het gemeenschappelijk curriculum te blijven volgen. Extra hulp kan geregeld worden onder de vorm van therapie bij externen zoals een logopedist, een kinesist, of een multidisciplinaire hulpverlening bij een revalidatiecentrum. 

Wanneer het zorgteam  in bepaalde gevallen een hulpvraag voor ondersteuning uit het buitengewoon onderwijs kan motiveren, dan krijgt het kind een gemotiveerd verslag van het CLB en kan er begeleiding uit het ondersteuningsnetwerk van het buitengewoon onderwijs opgestart worden binnen de gewone school.

In uitzonderlijke gevallen wordt herhaling van de leerstof door middel van zitten blijven aangeraden. Het zorgteam moet deze beslissing aan het einde van het schooljaar steeds motiveren en een ‘plan van aanpak’ opmaken voor het bisjaar.

Voor kinderen die zich op een eigen tempo ontwikkelen, en zeker in het geval van ontwikkelingsproblemen of speciale onderwijsbehoeften, is het goed om op de leeftijd van 10-11 jaar een realistisch perspectief op te stellen. Het helpt reële doelen te stellen en geeft duidelijkheid over het verwachte niveau in het voortgezet onderwijs.

Individueel aangepast curriculum (IAC)

Wanneer alle mogelijke maatregelen werden genomen en het kind blijvend stagneert, kan enkel het CLB een verslag opmaken om het kind eventueel toe te laten tot het buitengewoon onderwijs. Leerlingen met een matige of ernstige beperking kunnen de school verzoeken tot inschrijven. In deze beide gevallen maakt de school de afweging of de aanpassingen die nodig zijn om het gemeenschappelijk of een individueel aangepast curriculum te volgen redelijk zijn. In geval van onredelijkheid wordt het kind verwezen naar het buitengewoon onderwijs. In geval de school vaststelt dat het gemeenschappelijk curriculum toch haalbaar blijkt, kan het verslag omgezet in een gemotiveerd verslag. De school, de leerling en de ouders kunnen ook dan beroep doen op een begeleider uit het ondersteuningsnetwerk van het buitengewoon onderwijs. De school kan zich laten ondersteunen door de pedagogische begeleidingsdienst bij het uitwerken van een IAC.

Ons beleid op leerlingenbegeleiding vormt een geheel van preventieve en begeleidende maatregelen binnen de 4 begeleidingsdomeinen 

Leerlingenbegeleiding situeert zich binnen vier begeleidingsdomeinen: de onderwijsloopbaan, leren en studeren, het psychisch en sociaal functioneren en de preventieve gezondheidszorg. Deze 4 begeleidingsdomeinen functioneren niet op zichzelf maar maken deel uit van een geïntegreerde benadering van onze leerlingen.  

Onderwijsloopbaan

Het begeleidingsdomein onderwijsloopbaan heeft tot doel de leerling te ondersteunen om voldoende zelfkennis te ontwikkelen, om inzicht te verwerven in de structuur van en de mogelijkheden binnen onderwijs, opleiding en arbeidsmarkt en om adequate keuzes te leren maken op school en daarbuiten.

Als school maken we daar als volgt werk van: 

Zelfkennis is voortdurend in ontwikkeling. Tijdens het spelen en leren laten we leerlingen hun mogelijkheden ervaren. We zetten in op het ontwikkelen van de zelfreflectie en geven leerlingen adequate feedback waardoor het kind zichzelf steeds beter leert kennen. 

Voorbeelden hiervan zijn: het in kaart brengen van het eigen welbevinden en de  betrokkenheid d.m.v. vragenlijsten, het evalueren van eigen competenties, vaardigheden en attitudes, eigen interesses en talenten vinden een plaats in ‘de trotsdoos’, …

Kinderen adequate keuzes leren maken is sterk in onze schoolwerking verweven:

in de kleuterklas wordt er met keuzeborden gewerkt en op geregelde tijdstippen kunnen kleuters het thema kiezen. In de lagere school komt kiezen aan bod in: hoekenwerk, contractwerk, opstellen van de dag- en weekplanning, al dan niet klasoverschrijdende activiteiten in bvb. projectwerk en themadagen, …

Om inzicht te verwerven in de structuur van en de mogelijkheden binnen onderwijs, opleiding en arbeidsmarkt nemen we volgende initiatieven: 

De beroepenwereld leren kennen: in thema’s, via bedrijfsbezoeken, beroepen in de school halen, ….

Het onderwijsveld leren kennen: bezoek aan secundaire scholen in de omgeving, infosessie met het CLB over de structuur van het onderwijs op school en een infoavond met ouders, motiveren tot het deelnemen aan opendeurdagen, …

Als zorgzame school besteden we aandacht aan:

Om een soepele overgang naar het volgende leerjaar te garanderen houden leerkrachten overgangsgesprekken. De leerlingen brengen een bezoekje aan hun volgende klas en bij de overgang van de kleuter- naar de lagere school worden daarnaast regelmatig gezamenlijke activiteiten georganiseerd.

Ouders zijn belangrijke partners in het richting geven aan de onderwijsloopbaan van hun kind. Meerdere keren tijdens het schooljaar worden oudercontacten georganiseerd en aan het einde van de schoolloopbaan wordt in overleg met de ouders een fiche (BaSO-fiche) opgesteld waarin alle eventuele zorginitiatieven worden vermeld. Deze fiche kan door de ouders overgemaakt worden aan de nieuwe school van het secundair onderwijs.

Leren en studeren

Het begeleidingsdomein leren en studeren heeft tot doel het leren van de leerling te optimaliseren en het leerproces te bevorderen door leer- en studeervaardigheden te ondersteunen en te ontwikkelen.

Als school maken we daar als volgt werk van: 

We creëren een rijk, gestructureerd en veilig schoolklimaat door het organiseren van werkelijkheidsgericht onderwijs, te variëren in actieve werkvormen, structuur te bieden aan de hand van kalenders, plan- en leerlingenborden, leerstof aan te bieden in de zone van de naaste ontwikkeling, …

We stimuleren het leren leren en de metacognitieve vaardigheden door het werken met stappenplannen, instructiekaarten en studiewijzers, het ontwikkelen van leerstrategieën, het ontwikkelen van het zelfstandig leren o.a. met behulp van ICT en het coöperatief leren, … Plannen, starten aan, goed afwerken, reflecteren over en bijsturen van taken zijn metacognitieve vaardigheden waar we sterk op inzetten.

Als zorgzame school besteden we aandacht aan:

Tijdens het leerlingenoverleg gaan we met het zorgteam na of de basiszorg voldoende is voor deze leerling of welke andere ondersteuningsmaatregelen nodig zijn. Voor leerstofgebonden problemen gaan we samen op zoek naar gepaste maatregelen. (vb. werken in een klein groepje, gebruik maken van een zakrekenmachine, leesgroepjes, voorleessoftware, aangepaste leerlijn met individuele instructie, huiswerkbegeleiding). Ook aan problemen met zelfstandig leren en werkhouding wordt tijdens het overleg aandacht besteed. De inbreng van ouders en leerlingen wordt hierin meegenomen.

Het CLB kan ons helpen een breder beeld van het kind te krijgen. Indien nodig kan externe hulp ingeschakeld worden zoals logopedische ondersteuning, kiné, reva of ondersteuning uit het netwerk of buitengewoon onderwijs.

Psychisch en sociaal functioneren

Het begeleidingsdomein psychisch en sociaal functioneren heeft tot doel het welbevinden van de leerling te bewaken, te beschermen en te bevorderen waardoor de leerling op een spontane en vitale manier tot leren kan komen en zich kan ontwikkelen tot een veerkrachtige volwassene.

Als school maken we daar als volgt werk van: 

Welbevinden ligt aan de basis van elk leren en ontwikkelen. Elk teamlid heeft aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van alle kinderen. Dit door elk kind zoveel mogelijk positieve en persoonlijke aandacht te geven en positief gedrag te versterken. Daarnaast zijn een warme leerling-leerkracht-relatie opbouwen, eigenaarschap geven, keuzeprocessen begeleiden, onderwijs in de zone van de naaste ontwikkeling aanbieden, draagkracht bewaken, uitdagende leersituaties creëren, oog hebben voor talent, respecteren van  andere culturen en geloofsovertuigingen, … factoren die een goed welbevinden tot stand brengen. 

Naast dagelijkse observaties worden, om het welbevinden te bewaken, de kinderen tweemaal per jaar bevraagd en  brengt het sociogram de onderlinge relaties in kaart. Dit biedt leerkrachten de mogelijkheid om meteen in te spelen op wat leeft in de groep.

Als zorgzame school besteden we aandacht aan:

Leerlingen die het sociaal en/of emotioneel moeilijk hebben, bvb. omwille van een scheiding thuis of een verlieservaring, zich niet goed voelen in de groep of gedragsmoeilijkheden vertonen, worden begeleid. Dit kan gebeuren door middel van individuele gesprekken met de leerkracht of een vertrouwenspersoon, klasgesprekken, een actieplan bij pestgedrag, stimuleren van positief gedrag, voorzien van een time out zone,  eventueel inschakelen van externe hulp, …

Preventieve gezondheidszorg

Het begeleidingsdomein preventieve gezondheidszorg heeft tot doel de gezondheid, groei en ontwikkeling van leerlingen te bevorderen en te beschermen, het groei- en ontwikkelingsproces op te volgen en tijdig risicofactoren, signalen, symptomen van gezondheids- en ontwikkelproblemen te detecteren.

Visie op gezondheid:

Gezondheid is een dynamisch gegeven dat kinderen activeert tot het ontwikkelen van veerkracht en verantwoordelijkheidszin ten opzichte van zichzelf en hun omgeving. Gezondheid is op onze school een gedeelde verantwoordelijkheid. Gezond leven is een werkwoord. Bijgevolg streven wij er als school naar dat het werken aan een gezonde levensstijl een gewoonte wordt in het dagelijks leven van de leerlingen en het personeel.

Onderwijs en gezondheid hebben een sterke, wederkerige verhouding.  Een goede fysieke, sociale en mentale gezondheid leidt immers tot positieve leerresultaten en vice versa. Daarom zet onze school in op gezonde voeding, voldoende beweging en mentale gezondheid.

Onze school is ervan overtuigd dat gezondheidsbevordering enkel kan slagen op voorwaarde dat er ondersteuning is op verschillende niveaus. Zo betrekken wij bij het ontwikkelen van ons gezondheidsbeleid de leerlingen, het schoolteam, de ouders en externe experts ter ondersteuning.

Als school maken we daar als volgt werk van: 

Op klasniveau staat het verhogen van gezondheidskennis centraal die bijgebracht wordt in de verschillende lessen en/of op een vakoverschrijdende manier. De verworven kennis wordt in  de praktijk omgezet door het opzetten van projecten met aandacht voor het stimuleren van deelname op de verschillende niveaus. 

Op schoolniveau wordt gezondheid gepromoot. Er worden activiteiten georganiseerd en we zorgen voor een gezonde schoolomgeving. 

Elke leerling maakt deel uit van een maatschappelijk geheel waarbij wij oog hebben voor de fysieke omgeving, het thuismilieu, een gezond gebruik van technologie en media en het stimuleren van gezonde vrijetijdsbesteding.

Enkele voorbeelden van activiteiten uit ons gezondheidsbeleid: gezond ontbijt, water drinken, bewegend leren, EHBO, mediawijsheid, buitenlesdag, workshop seksuele opvoeding, …

We werken actief mee met het Centrum voor leerlingenbegeleiding aan: 

 Zorgzaam handelen doe je als school samen met externe partners

De school werkt samen met verschillende partners: het centrum voor leerlingenbegeleiding, de pedagogisch begeleidingsdienst, de ondersteuningsnetwerken, lokale (zorg)actoren als het sociaal huis (vb. huiswerkbegeleiding, ouderbrugfiguur), logopedisten, kinesisten, revalidatiecentra, …

Kwaliteitsvolle leerlingenbegeleiding

Op regelmatige tijdstippen reflecteren we over en evalueren we ons beleid op leerlingenbegeleiding. Op die manier trachten we de kwaliteit te bewaken, te verhogen en indien nodig bij te sturen. Een beleid op leerlingenbegeleiding is immers een proces waarin wij willen blijven groeien, elk jaar opnieuw.